Verder stempelen

Hoe moet ik mijn dopkaart invullen?

De dagen waarop je werkloos bent, mag je niets invullen in het rooster van de controlekaart. Alleen bij werk kleur je het vakje zwart, bij ziekte plaats je een “Z” in het vakje en bij alle andere situaties zonder recht op dopgeld vul je een “A” in.

Je moet je stempelkaart steeds bij je hebben tot op het einde van de maand.  Na het einde van de  maand geef je de dopkaart ingevuld en ondertekend aan je uitbetalinginstelling zoals bijvoorbeeld het ACV, de HVW, het ACLVB of het ABVV. Als je dit niet doet zal je geen centen krijgen. Bij je uitbetalingsinstelling vraag je een nieuwe dopkaart.

Wanneer je werkt, ziek bent of vakantie neemt, wordt je werkloosheid onderbroken. Met andere woorden als je werkloosheidsperiode gedurende vier weken wordt onderbroken (bijvoorbeeld door ziekte, verlof, arbeid, …), dan word je geschrapt als werkzoekende. 

Dit betekent dat je je nadien opnieuw moet inschrijven als werkzoekende bij de VDAB en dat je bij je uitbetalingsinstelling opnieuw een aanvraag om geld moet indienen. Als je dus bijvoorbeeld  vijf (in ieder geval meer dan vier weken) weken ononderbroken gewerkt hebt als uitzendkracht (dus interimwerk), moet je naar het uitzendbureau om een C4 te gaan halen. Je moet ook naar de VDAB en naar je uitbetalingsinstelling om opnieuw in orde te zijn. Neem zeker je dopkaart en je C4 mee. 

Wat is een C4?

Een C4 is een formulier dat je krijgt wanneer je ontslagen wordt bij een baas. De reden van je ontslag wordt er op vermeld.